Gijs de Loos: Iedereen kan blijven hardlopen!
Deze groep van Loopschool Wim Akkermans, de basis-a, bestaat onder andere uit lopers die serieus ziek zijn of zijn geweest. Ondanks hun fysieke beperkingen willen ze toch bewegen. Start to Run is te zwaar voor ze, maar niks doen willen ze ook niet. Wim Akkermans begeleidt deze lopers daarom apart en op maat, maar toch in een groep. Lees hier het hele verhaal over deze loopgroep.
‘Plezier beleven aan hardlopen op mijn eigen manier’
Belangrijke loop- en levensles
Gijs: ‘In 2015 zei mijn oncoloog dat ik nooit meer de oude zou worden. Ik antwoordde dat hij mij dan nog niet kende. Ik zou hem wel even ongelijk geven. Na een gevecht van vijf jaar heb ik vorig jaar toch moeten toegeven. De oncoloog had helaas gelijk. De arts zei me toen wel dat ik niet alleen altijd de positieve kant van alles inzie, maar ook dat ik mijn beperkingen heb geaccepteerd, opnieuw naar mijn lichaam heb leren luisteren en mede daardoor toch weer zoveel kan. Dit heb ik geleerd van Wim: ik kan nu beter met mijn onmogelijkheden omgaan én ik ben blij met wat ik wel kan, in plaats van dat ik focus op dat wat ik niet meer kan. Ik heb ervaren dat wat je ook meemaakt, fysiek en mentaal, je kunt altijd plezier blijven beleven aan hardlopen op je eigen manier. Die les en ervaring is wat de loopgroep van Wim zo uniek en belangrijk maakt.’
‘Ik verdomde het om als kasplantje achter de ramen te zitten’
Fantastisch initiatief
‘Tot mijn 40e deed ik aan volleybal en trainde 4 tot wel 6 keer per week. Toen de jaartjes gingen tellen, besloot ik ook eens wat andere sporten te proberen: wat tennissen en een beetje hardlopen voor mezelf. Ik miste het teamgevoel en vond hardlopen interessant en leuk. Ondanks dat veel mensen hardlopen een individuele sport noemen, ervaarde ik dat niet zo.’ Gijs sloot zich aan bij de Vughtse Sportclub Prins Hendrik, en trainde daar zo’n vijf jaar. ‘Ik liep tussen de 10 en 12 km op een tempo van zo’n 12 km/uur. Tot ik geconfronteerd werd met darmkanker. Er volgde een slopende periode, zowel fysiek als mentaal. Ik herinner me mijn gedachte nog direct na het slechte nieuws in het ziekenhuis: ik wil hoe dan ook blijven sporten. Het was en is mijn lust en mijn leven. Maar alle chemo’s maakten ook goede cellen kapot en hiermee de zenuwen onder mijn voeten. Ik mis het gevoel en contact met de ondergrond volledig. Ik dacht steeds: dat gevoel komt wel terug. Maar nu vijf jaar verder weet ik, het komt niet meer terug. Mijn leven bestond altijd uit sporten en ik verdomde het om als een kasplantje achter de ramen te zitten. Dus begon ik langzaamaan zelf met wat lopen, maar dat ging zo moeizaam. Toen besefte ik pas hoeveel ik had ingeleverd. Tegelijk wist ik dat mijn energielevel mede lager was juist doordat ik te weinig in beweging was. Dat was het moment dat ik serieus ging nadenken: hoe wil ik nu verder, wat ga ik doen? Ik miste m’n maatjes van Prins Hendrik, maar wist ook dat een trainer, Wim Akkermans, daar weg was en zijn eigen loopschool had opgericht. Ik hoorde er goede verhalen over en sprak enthousiaste leden. In september 2019 schreef ik me in voor het beginnersprogramma Start to Run bij Wim. Ik dacht: wie weet helpt een stok achter de deur en regelmaat me. Vanaf dat moment was ik om. Ik merkte direct aan Wim’s manier van training geven: dit is heel fijn en goed. In drie maanden trainde ik naar de drie kilometer toe en dat ging prima. Al liep ik wel altijd achterin. Ik loop zo rustig omdat ik heel voorzichtig moet lopen. Ik loop wel maar dat voel ik niet. Bij letterlijk elke pas is het enorm opletten waar en hoe ik mijn voet neerzet. Van Wim en zijn assistenten kreeg ik zoveel begeleiding dat de cursus voor mij toch goed te doen was. In december dat jaar liep ik een stevig virus op, twee maanden zat ik thuis en kon ik niet lopen. En dat terwijl ik net weer in de flow zat. Wim en ik hielden contact en hij zei me steeds: “maak je geen zorgen, het komt goed.” Wim: ‘Ik wilde Gijs graag bij de groep houden, als trainer wist en voelde ik, hij moet blijven lopen.’ Gijs: ‘De draad opnieuw oppakken werd wel steeds moeilijker, en dat begreep Wim. Maar hij zei me: “Ik wil jou aan het lopen houden. Bel me wanneer je denkt wat te kunnen lopen, we beginnen een nieuwe groep.” En in februari dit jaar was de eerste training een feit. Gijs: ‘Wat een fantastisch initiatief. Wim verdient een pluim. De aandacht die ik en de rest van de groep nodig heeft, geeft hij. Eén op één. Hij praat met mensen, is er altijd, vraagt wat er speelt en geeft individuele aanwijzingen.’
‘Lopen met je armen’
Nieuwe looptechniek
Gijs: ‘Wim is niet alleen een heel menselijke maar ook een heel goede trainer. Hij geeft constant technische aanwijzingen, ik heb hier veel baat bij. Zo zag hij direct dat ik een zware loper ben. Wim legde me destijds uit hoe dat komt: omdat ik sneller moe ben, neem ik een andere houding aan om het toch vol te houden. Maar dat is wel een verkeerde houding waarmee ik onnodige energie verspil. Hiervoor doe ik allerlei oefeningen en hij blijft constant op m’n houding hameren. Nu een paar maanden later merk ik al zo’n enorm verschil. En ook de assistenten van Wim weten precies waar ze bij “die ene loper achteraan” op moeten letten,’ lacht Gijs. Wim: ‘Gijs loopt vrij moeilijk met z’n benen doordat hij het gevoel in zijn tenen en voeten kwijt is. Ik heb hem geleerd om meer met z’n armen te doen. Voorheen bouwde hij te veel spanning op in z’n bovenlijf, als je dan ook de demping niet op kunt vangen met je benen en voeten, dan gaat het niet lekker. Nu loopt Gijs ook met z’n armen, het is warempel goed gelukt.’
‘Elke club moet zo’n soort groep starten’
Zó blij
Gijs: ‘Ik ben zo blij met deze groep, we praten met elkaar en het is een stok achter de deur. Ieder loopt hier voor zichzelf, op z’n eigen tempo en met zijn eigen beperkingen. Anderen vinden het misschien lastig om achteraan te lopen, ik heb er zelf geen moeite meer mee. Ik maak er zelfs geintjes over. Het is echt geweldig om samen te lopen en elkaar te motiveren in mindere tijden. Elke vereniging of loopschool zou zo’n soort groep moeten starten voor mensen die terugkomen na een blessure of ziekte of om welke reden dan ook speciale begeleiding nodig hebben. Dat zou echt een prachtig initiatief van de clubs zijn. Een trainer moet wel wat in huis hebben. Ik ben vol lof over Wim, dat heeft hij ook ten zeerste verdiend. Het is ook fijn om in deze groep geen druk te voelen en toch ergens naar toe te werken. Dat kan zijn doorstromen naar een volgende groep, maar dat hoeft niet. Wim: ‘En dat kan voor sommigen ook niet, die blijven gezellig hier. Het gaat erom dat we lekker lopen en ook wandelen tussendoor mag. Ik wil ze gewoon aan het lopen houden.’ Gijs: ‘Lopen moet ook leuk blijven. Mensen zeggen wel eens: er lijkt me niks saaier dan lopen. Maar geen training van Wim is hetzelfde. Hij gaat op een speelse manier met hardlopen en trainen om. En hij betrekt je bij de les. Je voelt echt: ik loop hier en hoor er echt bij.’
‘Het kan, er is een groep voor mij!’
Gijs besluit: ‘Na mijn ziekte en herstel werd ik keihard en constant geconfronteerd met alle veranderingen van m’n lijf. En na de tweede uitval werd het steeds moeilijker. Maar door Wim kreeg ik het gevoel: het kan nog! er is een groep voor mij! Ik kan iedereen alleen maar aanraden, geef niet op, je kunt blijven lopen.’