Verschil in verhalen
Wielerverhalen zijn meestal smeuïger dan hardloopverhalen. Ik weet niet precies waardoor dat komt. Wielerverhalen gaan over de strijd in de koers, over vriendschap en over verraad, over manieren om geoorloofd of ongeoorloofd harder te gaan, te winnen, over handjeklap en over oprechte vreugde over winst (en verlies). Het gaat over ploegenspel en het kent een eigen taal. Het gaat over koffie, wijn en bier. Over topsport en bourgondisch leven. Als recreant kun je je goed vereenzelvigen met het peloton, het is immers als het leven zelf.
Hardloopverhalen gaan vaak over het nut van bietensap, afvallen, energierepen, over wie de mooiste is. Vereenzelviging met de toppers is moeilijk, meestal zijn het monomane eenzaten. Vaak zijn ze hoekiger en stuurser, het lijken andere karakters. Bourgondisch leven is er nooit bij. Verhalen van hun wedstrijden zijn meestal saai en verlies is lelijker bij hardlopers dan bij wielrenners. Een hele marathon kijken vereist flink doorzettingsvermogen, zelfs een rustige Touretappe is een feest om te zien.
Oneerlijk? Zeker, want de toewijding is hetzelfde. Ook van topatleten uit de atletiek, zowel op de baan als op de weg, kan een documentaireserie als ‘Het Scheldepeloton’ gemaakt worden. Hun streven om zich te warmen in de zon van de roem is gelijk aan die van de wielrenners, ook zij zijn maniakaal en ook zij onderscheiden zich van mij doordat ze over de drempel van de angst durven te stappen om in het onbekende roem en eer te vinden ofwel hun val.
Tot die documentaire uitkomt, kijk ik iedere maandag weer naar de volgende aflevering van ‘Het Scheldepeloton’ en zal ik me weer laten raken door die jongens en hun omgeving die vol overgave reikten naar het hoogst haalbare.