Kees Larooij vertelt over het registreren van kilometers
Alleen de eerste maanden van mijn hardloopcarrière zijn voorbij gegaan zonder dat ik mijn hardloopinspanningen bijgehouden heb. Na een maand of drie heb ik mijn eerste hartslagmeter gekocht. Aangeschaft bij een goedkope supermarkt, want ik wilde eerst maar eens zien of het wat voor mij was.
Die hartslagmeter bleek vooral een stressmeter. Of ik was Superman, want ik had een hele lage hartslag (was de borstband wel nat genoeg?). Of ik moest met gierende sirenes opgenomen worden, want mijn hartslag steeg sneller dan een spaceshuttle. Alle waar is naar z’n geld.
Wijs geworden kocht ik snel daarna een ‘serieuze’ hartslagmeter in een serieuze hardloopwinkel. En daarmee was het grote vastleggen begonnen. In die tijd was er nog geen connectie mogelijk tussen je ‘klokje’ en de computer. Dus maakte ik Excelsheets aan, beschreef ik de rondjes en de route uitgebreid, deelde ik dat op Hyves, en berekende ik per keer mijn voor- of achteruitgang.
Ik ging serieus trainen met hartslagzones, althans op papier. Ik leerde het juiste jargon. Tijdens het hardlopen zelf liep ik toch veeleer op gevoel, vooral ook omdat ik anders alleen maar met m’n HS bezig was, wat het plezier niet ten goede kwam.
Polar kwam met een Foot Pod, waarmee je je snelheid ook kon bijhouden. Natuurlijk moest ik die hebben. Als één schaap over de dam is… De Excelsheets werden uitgebreider en uitgebreider.
Daarna ging het snel. Garmin lanceerde horloges met GPS en geïntegreerde hartslagmeter. Het was eerst nog de vraag hoe betrouwbaar dit was – en sommigen liepen met een halve computer om hun pols – maar dat was slechts een kwestie van tijd. Zeker omdat er gekoppeld kon worden met de computer. Voorbij waren de invuloefeningen in Excel, hallo Garmin Connect en Express!
En wat een doorslaand succes was dat. Vooral de snelheidsmeting hielp mij enorm. In twee maanden tijd liep ik tien minuten sneller op de halve marathon. Ik was in de wolken met mijn nieuwe speeltje. Jammer genoeg bleek ook op mij de wet van de afnemende meeropbrengst van toepassing te zijn, maar toch. De ‘data’ die ik verzamelde, werd meer en meer van belang. Inmiddels ben ik alweer vier Garmins verder (en heb ik honderden functies nog steeds nooit gebruikt).
Het vreemde is dat ik besef dat data, voor een recreant zoals ik, volstrekt onbelangrijk zijn. Desondanks ga ik niet lopen zonder m’n Garmin – ik ga zelfs niet als hij het niet doet - en werk al meer dan tien jaar als ik na een rondje thuiskom eerst de ‘administratie’ bij. Dat is Connect, Strava en Instagram, want een meter die niet is vastgelegd, is een meter niet gelopen. Gelukkig leren Strava en Instagram mij daarbij dat ik hierin maar al te menselijk ben.
Elke maand geeft Kees Larooij een inkijkje in zijn leven als recreatieve hardloper.