Geen ideale voorbereiding
Verder dan een marathon had Michelle tot dat moment niet gelopen, maar met een totale weekomvang van 70 á 80 kilometer en meerdere marathons in de benen, kon ze vertrouwen op een solide basis. De laatste drie weken in aanloop naar de race werden benut om zo voorbereid mogelijk te vertrekken. “Dat was natuurlijk veel te kort, maar ik wilde daar het beste van maken door de omstandigheden in Peru na te bootsen. We zouden door de woestijn lopen met een rugzak vol slaapspullen, eten en drinken op je rug. Dus ik heb getraind in mul zand, op een stairclimber en met extra gewicht op mijn rug.”
Kilometers maken was Michelle wel gewend, maar de Half Marathon des Sables was andere koek. “Ik had nog nooit een ultramarathon gelopen, nog nooit een trail gedaan en nog nooit aan een meerdaags loopevenement deelgenomen. Ik wist niet precies waar ik aan begon, maar ik ben vrij impulsief en wist dat het een unieke kans was”, blikt Michelle terug. “Van hardlopen is uiteindelijk niet heel veel terechtgekomen. De zandduinen, vele hoogtemeters, temperaturen boven de 40 graden en een rugzak van 10 kg op je rug, maakten het enorm zwaar. Het leek meer op hiken, met af en toe stukjes rennen. Het tempo lag gemiddeld rond 5 kilometer per uur.”