Bloed doneren: wat zijn de gevolgen voor hardlopers?

Woensdag, 11 januari 2017
Bloed doneren: wat zijn de gevolgen voor hardlopers?
Bloed afstaan is een goede zaak: met jouw bloed kunnen levens worden gered. Maar je hebt je bloed ook nodig om goede prestaties te kunnen leveren. Bijvoorbeeld om zuurstof en brandstof naar de hardwerkende spieren te vervoeren. Heb je minder bloed, dan kunnen de spieren minder hard werken. Moet een hardlopers daarom afzien van bloed doneren? Hardlopen.nl-expert Rob Veer geeft advies.

Nee, er is geen enkele reden om hardlopers af te raden bloed te doneren. Maar er zijn wel enkele zaken om rekening mee te houden. Het klopt namelijk wel dat na het geven van bloed het prestatievermogen afneemt. Enkele uren na de afname van bloed zal je VO2-max (een maat voor het uithoudingsvermogen) met 15% zijn afgenomen en kun je een bepaald pittig tempo bijna 20% minder lang volhouden. Na een week zal je VO2-max nog altijd 7% lager zijn. Pas na een week of drie is het terug op het oude niveau. Bloed doneren zorgt dus voor een tijdelijke terugval in de prestaties, maar dat effect lijkt na een week of drie verdwenen.

Drie manieren van doneren

Naast de traditionele manier van bloed doneren (in een half uur tijd wordt ongeveer een halve liter bloed afgenomen) is het ook mogelijk om alleen bloedplasma te doneren. Je bloed wordt afgetapt, maar je krijgt de rode en witte bloedcellen en de zogenoemde bloedplaatjes terug. Het vloeibare deel met daarin nog veel waardevolle stoffen sta je af. Dit neemt ongeveer drie kwartier in beslag. Een derde manier om bloed te doneren is vergelijkbaar met de tweede. Het bloed wordt afgenomen, alleen de bloedplaatjes (die een rol spelen bij de bloedstolling) worden eruit gehaald en de rest krijg je weer terug. Dit duurt ongeveer een uur.

Aanvullen

Je lichaam vult de afgestane stoffen weer aan. Zo is het volume bloedplasma na 12 uur weer op peil en zijn de bloedplaatjes binnen enkele dagen aangevuld. De hoeveelheid rode bloedcellen is na enkele weken aangevuld en het ijzergehalte na ongeveer acht weken. Met name deze laatste twee zaken zijn van invloed op het zuurstoftransport naar de spieren. Wedstrijdsporters wordt afgeraden om binnen twee maanden voor een belangrijke wedstrijd bloed af te staan. Voor bloedplasma is dat enkele weken. De rest van het jaar kun je dus zonder enig bezwaar bloed doneren.

hemoglobine en ijzer

In het bloed bevinden zich, onder andere, rode bloedcellen. Ze bevatten hemoglobine (Hb), dat het zuurstof aan zich bindt. Bij deze binding speelt het element ijzer een belangrijke rol. Na bloedverlies, bijvoorbeeld een donatie, moet het aantal rode bloedcellen en het ijzerniveau hersteld worden. Het zijn speciale cellen in de nieren die een signaal aan het beenmerg geven om meer stamcellen om te zetten in rode bloedcellen. Je lichaam produceert pakweg 2 miljoen rode cellen per seconde!

Niet meer dan twee keer per jaar

Het ijzerniveau van het bloed wordt op peil gebracht met ijzer uit voorraden elders in het lichaam, die op hun beurt weer aangevuld worden met ijzer dat uit de voeding wordt opgenomen. Een ijzertekort kan leiden tot verlaagde Hb-waarden, waardoor een situatie van anemie (bloedarmoede) kan ontstaan. Dit zorgt voor een abnormaal vermoeidheidsgevoel, ook tijdens inspanning. Na een bloeddonatie is het Hb normaalgesproken na 6 tot 12 weken terug op niveau. Daarom mag je niet meer dan twee per jaar bloed doneren. Doneren van plasma of bloedplaatjes kan wel vaker.

Meer info over bloed doneren: www.sanquin.nl

Foto: Shutterstock