Wanneer komt kraakbeenslijtage voor?
Wanneer het gewricht echter beschadigd is, bijvoorbeeld door een eerder meniscusletsel, is de kans op vroegtijdige ontwikkeling van slijtage wèl vergroot. Maar dat dit verergert door hardlopen is niet overtuigd bewezen.
Kraakbeenslijtage, of te wel artrose, komt vooral voor op oudere leeftijd. Kenmerken zijn met name pijn en stijfheid van het gewricht en soms zwelling, met name na belasting, doordat de productie van gewrichtsvloeistof toeneemt. Naast kraakbeenschade kan ook het onderliggende bot zijn aangetast. Oorzaak kan leeftijd of genetische aanleg zijn, maar ook een gewrichtsbeschadiging. Diagnostiek vindt plaats met een röntgenfoto.
Wanneer de diagnose van ‘beginnende slijtage’ gesteld is, is het verstandig om enige pas op de plaats te nemen wat hardlopen betreft. Het, in ieder geval tijdelijk, staken van het hardlopen en starten met ‘gesloten keten’ oefeningen is doorgaans onderdeel van de behandeling. Hierbij wordt schokbelasting op het gewricht, zoals dat bij hardlopen gebeurt, vermeden. Fietsen is dan een uitstekend alternatief. Daarbij wordt het gewrichtskraakbeen gelijkelijk belast, terwijl de beenspieren goed worden getraind.
Goed getrainde beenspieren zijn erg belangrijk bij het opvangen van piekbelasting, zoals het neerkomen bij hardlopen. Daarbij is een combinatie van kracht- en coördinatietraining vaak zeer zinvol. De sportfysiotherapeut kan hierin goed begeleiden.
Is eenmaal het spierkorset rondom het gewricht goed getraind en is het gewricht weer tot rust gekomen, dan kan geleidelijk aan, op geleide van klachten, geprobeerd worden het hardlopen weer op te bouwen. Goed dempend schoeisel en een niet al te hard wegdek (denk bv aan bospaden in plaats van asfalt) is daarbij belangrijk. Mochten wederom klachten ontstaan, dan is een bezoek aan de sportarts geïndiceerd.