De stad biedt de loper een duizelingwekkend web van wegen, met steeds weer nieuwe mogelijkheden, een oneindig aantal variaties, maar het vaste rondje biedt hem iets wat van grotere waarde is. Niet het avontuur, maar de vertrouwdheid, de herkenning.
Ik loop nu al zo’n tien jaar iedere zaterdag hetzelfde rondje van twaalf kilometer. Dat doe ik met twee mannen die het rondje al dertig jaar lopen. Ooit was hun groepje groter en lag het tempo hoger, nu zijn zij als enige nog over. Twee renners, de een 66 jaar, de ander 68. Ze vroegen mij erbij, nadat ze me hadden zien lopen, alleen door het bos, terwijl mijn kinderen zelf aan het sporten waren. Ik werd iedere zaterdag door de mannen ingehaald, altijd op hetzelfde stuk, hoewel mijn rondje korter was dan dat van hen.
Ik sloot me aan bij de mannen, en later ook bij hun loopgroep die op dinsdag, donderdag en zondag trainde. De zaterdagronde bleef en werd zo mijn vaste rondje.
Eigenlijk is het rondje tien kilometer, maar met de extra kilometer van huis loop ik iedere zaterdag twaalf kilometer. Dezelfde paden, verkeerslichten, bomen. Het geeft rust, een soort van meditatie.
Tuurlijk is er soms iets anders. Na een storm ligt er wel eens een boom over het pad, in natte maanden moeten we de naaktslakken op het fietspad ontwijken en in de winter kan het glad zijn op bepaalde bochten in het bos.
We zijn bijna altijd met z’n drieën. Heel soms is er een gastloper bij, maar niemand haakt voor langer aan. Waarschijnlijk heeft de loper zelf al een vast rondje. En twee vaste rondjes per week is wat veel. Voelt ook niet goed, alsof je vreemdgaat.
In de zomermaanden lopen we soms met z’n tweeën. Ook komt het voor dat er geen andere lopers zijn. Of dat er helemaal niemand loopt. Het vaste rondje is dan een verlaten rondje. De lopers zijn op vakantie, liggen op het strand of zijn hoog in de bergen en lezen een boek.
We lopen uiteraard ook op vakantie en laten ons verrassen door onbekende wegen. We verdwalen, rennen een stuk door hoog gras, vinden de weg weer terug en kijken naar een zonsondergang boven zee. Of we nemen een duik halverwege in een meer en rennen weer door over een kronkelige weg door een oerbos, of lopen bij zonsopkomst over een kaarsrechte asfaltweg die zindert van de luchtspiegelingen. Op vakantie wanen we ons allen op de cover van Mystical Miles.
Ik zal zelf nooit het rondje vergeten in de Dolomieten, waarbij ik een verkeerde afslag nam en zo op ruim 1300 hoogtemeters uitkwam. Ja, ik was vele vergezichten tegengekomen en ik had gerend over fotogenieke paadjes inclusief koeien en een kerktoren. Noem het magisch, noem het mystiek, maar ik ben nog nooit zo moe tijdens een vakantie geweest als op die dag.
Hoe heerlijk is het dan om thuis te komen. Je koffers uit te pakken, een was te draaien, om vervolgens je schoenen aan te trekken en je veters te strikken. Het vaste rondje ligt er nog precies zo bij als toen je op vakantie ging. Hetzelfde bos, dezelfde bochten in de weg. Dezelfde vreugde.
Tekst: Ernest van der Kwast