Waarom loop je?

In samenwerking met Mystical Miles Magazine
Donderdag, 11 juli 2024
Waarom loop je?
© Julia Esther Jones

Pesaro, aan de Adriatische zee. Zondag. Dag van de wedstrijd. Heet.

Ik zweette me een ongeluk toen ik naar de startstreep liep van het Italiaanse Run Bike Run kampioenschap. Ik had weinig verwachtingen. Corona, plotselinge lockdown, quarantaine, afstand houden, noem maar op. We hadden ook gewoon veel te weinig kunnen trainen. Daarbovenop kwam nog de boodschap dat we per leeftijdsklasse zouden starten. Ik wist zeker dat ik helemaal laatste zou worden.

De eerste kilometers en ik voelde het meteen: dit wordt niks. Ik liep veel te hard, bang om ook echt als laatste te eindigen. Mijn hartslag was zo hoog dat ik een paar minuten moest wandelen om alles weer onder controle te krijgen. Na een uur hardlopen begon ik aan het wielrendeel van de wedstrijd. Ik hoopte op wat mooier uitzicht en dat kregen we ook. De route zigzagde over een heuvel langs de kust en gaf ons een spectaculair panorama van de Adriatische Zee. Dat beeld bleef bij me toen ik aan de laatste vijf kilometer hardlopen begon. Het uitzicht was heel mooi, maar uiteindelijk zag ik alleen het asfalt voor me. Kruipend kwam ik over de finish, maar wel als tweede in mijn leeftijdsklasse. Er waren een hele grote pizza, drie flessen water, en een caffè nodig om me weer een beetje de oude te doen voelen.

De volgende ochtend had ik een afspraak met Silvia, een businesscoach die ik had gevraagd mij te adviseren over mijn eigen business als running consultant en coach. Ik had haar uitgezocht omdat ze juist geen hardloper was. Hopelijk zou ze met frisse blik naar mijn ideeën kunnen kijken. ‘Hoe was je weekend?’, vroeg ze. ‘Nou,’ zei ik, ‘om eerlijk te zijn, het was doodvermoeiend.’ Ik vertelde haar over de hitte, de waardeloze start, de spierpijn vanochtend toen ik uit bed stapte. Een dubbele espresso was het enige dat me overeind leek te houden, zei ik. Ze keek me wazig aan en luisterde naar mijn verhaal. Toen stelde ze me een vraag die niemand me ooit gesteld had. ‘Maar waarom doe je het dan?’ Ik was ineens stil en zat daar maar en wist gewoon niet wat ik moest antwoorden.

Ik groeide op een bosrijk dorpje in noordelijk Californië, slechts tien minuten rijden van de Golden Gate Bridge. Ons huis lag bij de ingang van een National Park en je hoefde maar een paar kilometer te wandelen om de stranden van de Stille Oceaan te bereiken. Als ik de geur van dennennaalden, sequoia’s of zout water ruik, dan ben ik meteen weer terug in mijn kindertijd. Ik was toen zeker niet iemand die je een ‘atleet’ zou kunnen noemen, maar ik was altijd onderweg ergens naar toe: wandelen over de heuvel naar het strand, fietsen over de Golden Gate naar San Francisco, surfen in de oceaan totdat het ijskoude water mijn lippen blauw maakte. Hardlopen ook, maar alleen omdat het vaak de snelste manier was om ergens te komen.

Hoe ik ooit in Italië terechtkwam, en er ook bleef, is nog steeds een raadsel voor me. Ik kan het ook vandaag nog steeds niet precies uitleggen. Na mijn middelbareschooltijd vloog ik naar Europa en arriveerde in Rome gekleed in een lange Indische jurk, Zweedse klompen en lang en verward haar dat tot aan mijn middel reikte. Die California 70’s hippie look werd compleet gemaakt door mijn ongeschoren benen. Binnen een paar jaar was ik afgestudeerd in Italiaanse taal, had ik een kast vol designerkleren en twee gladgeschoren benen. Werk vinden was niet moeilijk, maar ik had geen idee wat ik wilde. Het ene jaar vertaalde ik documenten en het andere was ik inkoper voor een kledingbedrijf. Bij elke baan gebeurde hetzelfde: na een paar jaar begon ik me te vervelen en ging ik op zoek naar iets anders.

Volgens mij kan iedereen wel een moment in het leven aanwijzen waarop dingen echt veranderden, een gebeurtenis, klein of groot, waarna dingen niet meer zijn zoals ze ooit waren. Ik onderging mijn eigen metamorfose toen ik een paar jaar in Italië woonde. Mijn jongere broer kwam om het leven bij een auto-ongeluk. De ene dag was hij er nog, de andere was hij weg. Onze moeder was overleden toen we nog heel jong waren. Dat deed pijn. Maar deze pijn? Deze pijn maakte me emotioneel gevoelloos en duwde me in een diepe depressie. Ik weet nog steeds niet hoe lang die duisternis duurde, het leek voor eeuwig...

Ik kreeg een baan aangeboden die me de kans gaf terug te keren naar de Verenigde Staten. Maar ik wist dat ik emotioneel nog niet klaar was om de realiteit van de dood van mijn broer onder ogen te zien. Beter om voorlopig nog in Europa te blijven, verder te helen, en dan, misschien, naar huis in Californië te gaan. Weer nam ik ontslag, zocht weer een andere baan en begon voor een reisbureau te werken.

Het eerste dat ik voor hen moest doen was een groep Italianen begeleiden naar New York. Er was me verteld dat ze de marathon gingen lopen. Toen ik op het vliegveld aankwam, zag ik dat de hele groep gekleed was in identieke polyester trainingspakken. Nog nooit had ik Italianen zo gezien! Toen we in New York landden waren ze helemaal niet geïnteresseerd in de Empire State Building, Brooklyn Bridge, zelfs niet in de zonsondergang boven de Hudson River. Nee, ze trokken hun hardloopkleren aan en gingen een klein rondje lopen in Central Park. Bijzonder.

Mijn belangrijkste taak die paar dagen was restaurants vinden die pasta- en rijstmaaltijden aanboden. Op de dag van de marathon was ik vrij en mocht ik doen wat ik zelf wilde. Het leek me onbeleefd om niet even naar Central Park te gaan en te zien waar al dat gedoe nu eigenlijk om ging. Kon ik die avond een beetje meepraten. Het plan was om de eerste lopers over de finish te zien komen en dan wat vroege kerstinkopen te doen op Fifth Avenue. Bij 59th Street dook ik de metro in. De straten waren allemaal gebarricadeerd en de metro was de snelste manier om in het park te komen. Eenmaal boven liet ik mijn VIP-pas zien en liep door de hekken naar de tribune. Ik ging helemaal bovenin zitten, net op tijd om de Keniaan Ibrahim Hussein te zien winnen. Toen een Italiaanse loper, Gianni DeMadonna, de Amerikaan Pete Pfitzinger eruit sprintte voor de tweede plek klapte ik natuurlijk veel harder. Leuk. Maar, dacht ik, genoeg excitement voor vandaag. Let’s go shopping.

Om bij Fifth Avenue te komen, moest ik langs de marathonroute. Terug naar Columbus Circle en dan linksaf naar 59th Street. Ik wandelde langzaam, het was druk, en bekeek de lopers die mij nu tegemoetkwamen. In het begin kwamen de lopers alleen of in kleine groepjes van twee of drie, elke minuut een paar, zo leek het. Een klein stroompje van hardlopers. Maar toen werd het stroompje een stroom. Plotseling waren daar honderden, toen duizenden marathonlopers die allemaal naar de finishlijn aan het rennen waren. Ik keek gebiologeerd toe en stopte met wandelen.

Lopers in alle vormen, kleuren, in alle leeftijden, alle lengtes en breedtes kwamen voorbij. Maar het was niet dat wat mijn aandacht trok. Het was hun energie. De energie trilde van hun lichamen en het leek of ik door de tranen en gelach door hun plezier en opwinding kon aanraken! Dit was de eerste keer in een lange, lange tijd dat ik een andere intense emotie zag dan mijn eigen donkere depressie. Het voelde zo verschrikkelijk goed om naar die lopers te kijken. Ineens vroeg ik me af hoe het zou voelen om daar tussenin te lopen? De gedachte deed me duizelen. Op dat moment besloot ik eens terug te komen in New York, maar dan als een hardloper.

Het duurde drie jaar voor ik zover was. Er waren een paar gewoontes die ik moest afleren – zoals roken – en een paar andere die ik moest aanleren – sporten! Maar toen ik begon, kon ik niet meer stoppen. Ik liep die 42.2 kilometer in New York en voelde langzaam de donkere wolk boven me verdwijnen. Nog tien keer kwam ik terug om de marathon te lopen en iedere keer was het net zo bijzonder als de eerste keer. Ik liep de marathons van Parijs, Barcelona en Londen. Ik liep langs de adembenemende Amalfi-kust en op het doodstille Antarctica. De route van de Medoc Marathon loopt door Franse wijnvelden en ik kwam daar dronken van geluk en wijn over de finish. De marathon was niet lang genoeg en daar waren ineens triathlons en lange trails door de bergen! En snel ook! Ik was op een missie om alles en iedereen hetzelfde te laten voelen als ik. Ik ging mensen trainen en organiseerde hardloopclinics. Ik haalde het stof van mijn diploma Italiaans en publiceerde artikelen over hardlopen en welzijn. Ik schreef boeken.

En toen ineens, dertig jaar nadat ik begonnen was met lopen, stelde iemand me de vraag: “Maar waarom doe je het eigenlijk?”

Ik moest er lang over nadenken. Je kan een klein buurtwedstrijdje lopen om het plezier en het praten met mensen. Je kan met vrienden en familie gaan fietsen en dat een deel van je gezonde levensstijl laten zijn. Maar als je maandenlang aan het trainen bent voor een grote wedstrijd, door weer en wind, over eindeloze gevaarlijke bergpaden, wedstrijden die je ook nog eens goed en snel wilt lopen, dan is het goed om van tijd tot tijd jezelf te vragen “waarom doe ik dit?”

Het duurde een paar dagen voor de eerste antwoorden kwamen. Toen ik dertig jaar geleden begon met hardlopen was het simpelweg een gezonde, vrij-van-medicijnen-manier om mijn rouw te verwerken. De endorfine werkt echt! Ik hield altijd meer van trainen dan van wedstrijden lopen, maar de wedstrijden waren bijzondere momenten voor me. Ik ben een solitaire hardloper. Bij elke startstreep verdwijn ik in mijn eigen bubble en drijf ik in eenzame gelukzaligheid door het deelnemersveld. Dit is iets waar ik altijd naar uitkijk want op die momenten ben ik tijdelijk vrij van angst, van negatieve gedachten of problemen. Als dat allemaal weggehaald is, kan echte blijheid naar het oppervlak komen en me een gevoel van vrede geven dat dagen kan duren. Door alle herrie en zweet en tranen en lachen is dat wat ik zag die dag in Central Park dertig jaar geleden: vrede. Dat is wat ik kennelijk heb willen nastreven op elke wedstrijd die ik sindsdien gelopen heb.

De jaren hebben me fysiek sterker gemaakt. Nu ik zestig ben, voel ik me levendiger dan ooit tevoren. Maar dat gevoel van vrede, na elke training, na elke wedstrijd, is waarom ik me blijkbaar aan het hardlopen ben blijven vastklampen, jaar na jaar. Ik wist het wel, maar zag het niet.

Nu ik het antwoord voor mijzelf gevonden heb, lijkt het of trainen en wedstrijden lopen een andere betekenis gekregen hebben. Ik probeer niet langer naar mijn horloge te kijken en snelle tijden te lopen, maar probeer elke stap en elk moment betekenis te geven. Probeer stil te staan bij het feit dat hardlopen een voorrecht is, een gave. Een gave die zo verschrikkelijk veel meer brengt dan records en medailles.

De afgelopen jaren heb ik een enorme ontwikkeling gezien in duursportevenementen: tienmijlers, marathons, ultramarathons en zelfs Ironman events zijn binnen no time uitverkocht. Mensen proberen overvolle trainingsschema’s te proppen in reeds zeer drukke levens. Mocht je jezelf herkennen in deze laatste zin, dan is dit misschien het moment om jezelf te vragen “waarom loop ik?”

Tekst: Julia Esther Jones

Logo Mystical Miles Magazine
In samenwerking met

Mystical Miles Magazine

Mystical Miles is de vertellende, verbeeldende, inspirerende en irrationele krachtbron die een hardloper sneller en verder doet lopen. Vier keer per jaar brengen zij een prachtig magazine uit, boordevol hardloopverhalen uit de hele wereld geschreven door prijswinnende schrijvers. Op hardlopen.nl delen we de verhalen uit Mystical Miles.