De eerste hartslagmeters dateren van ruim vier decennia geleden. Voor die tijd was al wel bekend dat je de hartslagfrequentie (‘de hartslag’) kon gebruiken om optimaal te trainen. Dat was wel wat gepruts, met een stopwatch in de ene hand en de vingers van de andere op de slagader in de hals moest er geteld worden. Daar kwam nog bij dat het alleen in stilstand kon, en omdat de hartslag snel zakt waren die metingen verre van nauwkeurig. Daarom was de sportwereld zo blij met de uitvinding van de apparaatjes die de hoogte van de hartslag realtime, terwijl je aan het lopen bent, zichtbaar maakten. Eerst nog was er een borstbandnodig om de hartslag te registreren, tegenwoordig meten de meeste sporthorloges de hartslag rechtstreeks op de pols.