De loopband: winterse vluchtstrook voor mooiweerlopers
Effectief trainen is vooral een kwestie van regelmaat. Wie erin slaagt week na week de voorgenomen portie trainingskilometers af te vinken zal beloond worden met topvorm en snelle tijden. Dat betekent dat blessures en ziektes zoveel mogelijk buiten de deur gehouden moeten worden. Maar het impliceert ook dat er niet geweken wordt voor mindere weersomstandigheden. Notoire mooiweerlopers haken al af bij een dreigende wolkenpartij of een stijve bries. Maar soms is het ook voor doorgewinterde bikkels onbegonnen werk om buiten te lopen, bijvoorbeeld bij ijzel of stevige sneeuwval. Een loopband biedt dan uitkomst. Je kunt er zelf eentje aanschaffen, of lid worden van een sportschool.
Binnen of buiten?
Voor je spieren, hart en longen maakt het niet uit of u een training op rondrazend rubber of op strakzwart asfalt uitvoert. Het gaat er immers vooral om dát je traint. Als je de band op een hellingspercentage van 1 à 2 procent instelt komt het nóg meer overeen met de outdoor-trainingsbelasting. Let erop dat de kans op warmtestuwing op de treadmill aanzienlijk is. Draag daarom luchtige kleding en zorg voor voldoende vochtaanvoer. Een ventilator kan in je kelder of op de sportschool voor een verfrissend briesje zorgen. Maar voor écht frisse lucht ga je natuurlijk beter naar buiten!
Saai?
Een training op de loopband hoeft niet saai te zijn. Je kunt tijdens een training de snelheid variëren en op die manier een uitdagende workout samenstellen. Bijvoorbeeld: begin met een rustige dribbelpas en voer dan elke twee minuten de snelheid op met 1 km/uur. Bepaal zelf tot hoe snel je daarbij wilt gaan. Vervolgens loopt u vijf minuten in dribbeltempo waarna u deze climaxloop nog één of meerdere keren uitvoert. Misschien put je motivatie uit de gedachte dat het wereldrecord marathonlopen op de loopband momenteel op 2 uur en 21 minuten staat. En voor wie graag nóg langer op de loopmolen staat: het 24-uurs record staat op 247,5 km. Waar wacht je nog op?
