Spieren hebben zuurstof nodig om hun werk te kunnen doen. En hoe harder ze moeten werken, des te meer zuurstof hebben ze nodig. Bovendien scheiden ze CO2 – koolstofdioxide – uit, wat een schadelijke stof is en moet worden uitgeademd. Je ademhalingssnelheid en hartfrequentie passen zich automatisch aan de zuurstofbehoefte en de concentratie van het koolstofdioxide in het bloed.
Zolang je je niet inspant, volstaan zes tot tien ademhalingen per minuut. Je hartfrequentie in rust ligt waarschijnlijk tussen de veertig en zeventig slagen per minuut. De individuele verschillen zijn daarbij groot. Tijdens een intensieve intervaltraining of de eindspurt in een wedstrijd kan dat oplopen tot wel 80 ademhalingen en meer dan 200 slagen. Als je de snelheid laat zakken, dan wordt het hijgen snel minder en zakt de hartfrequentie. Stop je helemaal, dan zakken ze verder tot ze uiteindelijk in de buurt van de rustwaarden komen. Ook dat gaat helemaal vanzelf.
Drie vragen over de ademhaling beantwoord: