Van ultra tot 5 km
Niels: ‘Twee keer per week train ik de selectiegroep vanaf de 5 kilometer. De ene loper gaat voor een ultra van 100 km en andere lopers willen bijvoorbeeld een prestatie op de marathon, de halve, een tien of vijf kilometer neerzetten. Het hele jaar door trainen ze wel naar een wedstrijd toe. Afhankelijk van de periode waar in een loper zit, pas ik het schema per individu aan.’
Langzaamaan sneller
Een trainer van een prestatiegroep helpt lopers hun grenzen verkennen en verleggen. Niels: ‘Maar ook grenzen bewaken. Ik probeer mijn lopers bij te brengen dat je ook van langzaam trainen, in lage zones, sneller wordt. Elk half jaar test ik m’n lopers om te zien hoe zij zich hebben ontwikkeld. Kunnen ze bijvoorbeeld langer of harder in een bepaalde zone lopen? Ik gebruik voor mijn trainingen onder andere de theorie en principes van een inspanningsfysioloog Jerzy Zoladz en die van de Australische topcoach Arthur Lydiard’
Theorie & details
Ik wil de theorie, het doel achter een bepaalde oefening of trainingsvorm graag begrijpen. Ik ben heel theoretisch ingesteld en vind het leuk om er helemaal in te duiken. Het past bij wie ik ben,’ aldus coach Niels. ‘Details kunnen grote verbeteringen opleveren. Neem de afzet van je voet: is deze precies onder je lichaamszwaartepunt? Ik help mijn lopers hun looptechniek te finetunen waardoor ze makkelijker, efficiënter en dus sneller lopen. Ik kijk en zoek steeds weer naar wat elk individu nodig heeft en dat kan ook zijn, leren om met meer trots of zelfvertrouwen te lopen.’
De prestatielopers
‘Wij lopen om beter te worden. Onze lopers willen wat bereiken, ze gaan voor een podiumplek of een PR. Maar er spelen zoveel factoren tijdens een race mee. Een loper kan dus óók heel tevreden zijn met een mindere tijd na een mindere voorbereiding of na een race met veel tegenwind. En bij een aantal lopers zit het verbeteren ‘m al in de looptechniek bijschaven of beter in hun vel komen te zitten door het lopen.’
Welkom en gezellig
‘Iedereen is welkom in onze groep maar het uitgangspunt is wel: trainen om te presteren, in welke vorm dan ook. Gezelligheid is óók heel belangrijk, vanuit ontspanning presteer je beter. Dus zeker tijdens de loopscholing is er ruimte voor een praatje en na afloop drinken we koffie. Het mooie is dat de lopers zich aan elkaar optrekken en ze wisselen tips uit. Ze hebben dus zeker nog oog voor elkaar op de baan. De leeftijd in de groep varieert tussen de dertig en zestig jaar.’
Presteren in recreanten groep
Norbert: ‘Ik train, afwisselend met nog twee trainers, de snelste MILA-groep (de middellange afstanden groep, red.). Onze club is er vooral voor recreanten, we hebben het dan ook niet over een prestatiegroep.’ Maar dat wil niet zeggen dat er niet getraind wordt om te presteren, zo blijkt uit de rest van het verhaal van deze coach. ‘Er trainen ook triatleten met ons mee. Deze sporters fietsen en zwemmen vaak al heel veel alleen. Ze sluiten bewust een of twee keer per week bij onze groep aan voor wat ontspanning en gezelligheid.’
De prestatieloper
Norbert: ‘De meer prestatieve lopers in onze groep hebben vaker eigen ideeën over hoe ze hun doel kunnen bereiken. Een aantal werkt soms dan ook met een eigen schema. Ze blijven voor de gezelligheid bij de groep maar trainen meer individueel. Een prestatieloper wil vaak ook teveel doen, je moet ze eerder afremmen. Het zijn lopers die na een training van negen kilometer nog een extra rondje willen doen zodat ze de tien kilometer hebben gelopen. Prestatielopers zijn meer bereid om nieuwe dingen te leren, bijvoorbeeld in loopscholing. Ze willen begrijpen waarom we een oefening doen en wat het ze oplevert. Terwijl de meer recreatieve loper vraagt: “wanneer beginnen we nou met lopen”,’ lacht coach Norbert.
Individuele doelen
Norbert: ‘We werken met schema’s en periodisering. We houden hierbij rekening met de wedstrijden die het grootste deel van de groep loopt, gemiddeld zijn dat er drie per jaar. Daarnaast vragen we naar de individuele doelen en proberen elke loper daarin te begeleiden. Dat kan al simpel. Stel iemand heeft een streeftijd op de 5 km. Dan koppel ik hem of haar aan een loper die dat al loopt. Ga maar eens een tijdje met hem of haar mee. Dan komt het vertrouwen dat je het aankan vanzelf. En het tempo voelt dan niet vreemd in de wedstrijd.’
Mentale support
Norbert: ‘Ik help mijn lopers met schema’s maar adviseer ook veel over zaken om het hardlopen heen zoals leefstijl, rust en gezonde voeding. Er is bij ons veel ruimte voor mentale aspecten. Neem nou het fenomeen winnen, als eerste over de streep gaan. Maar mijn advies voor m’n lopers is: probeer ook eens te winnen voor jezelf. Juich voor jezelf en elkaar. Ontspan in de race, kijk om je heen. Soms laat ik ze tijdens de training al eens in gedachte naar de finish lopen en ervaren hoe het voelt om dat te doen.’