Zin en onzin van een cooling down
Bewegingswetenschapper en hardloper Bas van Hooren dook met enkele collega’s in de literatuur over cooling down en publiceerde zijn bevindingen in het wetenschappelijke tijdschrift Sports Medicine. De conclusie: er is weinig onderbouwend bewijs voor de vermeende voordelen van een cooling down. Maar er is anderzijds weinig reden om het niet te doen. Volgens het onderzoek heeft een cooling down geen effect op de sportprestatie op dezelfde of de volgende dag en helpt het niet tegen spierpijn en spierstijfheid. Het verbetert de bewegingsuitslag van de gewrichten niet. Het risico op een blessure wordt niet of nauwelijks verminderd. Het heeft geen invloed op de stemming of het slaappatroon. Het herstel van het spierglycogeen – de voorraad koolhydraten in de spieren – wordt zelfs vertraagd door een cooling down.
Zijn er dan helemaal geen voordelen van een cooling down? Van Hooren c.s. vonden er enkele: na een intensieve inspanning zakt het lactaatniveau in het bloed sneller, en de kans op aandoeningen van de luchtwegen lijkt iets te verminderen. Er zijn dus niet veel argumenten om na een training een extra rondjes door weer en wind te lopen en te gaan staan rekken. Zeker als het koud is kun je beter de douche opzoeken, droge kleding aantrekken en een kop warme chocolademelk drinken.
Is het lekker weer, dan is er weinig op tegen om een cooling down te doen. Zeker als je in een groepje traint is het een gezellige afsluiting van de training. Een cooling down heeft voor hardlopers die willen afvallen een bescheiden voordeel: ondanks dat de intensiteit van een actieve cooling down laag is vergt het wat extra calorieën. Als het je dan toch gaat om afvallen, maar ook om andere redenen, kan het een idee zijn om een rustige duurtraining af te sluiten met een vijftal pittige versnellingsloopjes. Je port daarmee de stofwisseling nog even flink op. Bovendien loop je het slome duurloopgevoel uit de benen en verbetert het je loopeconomie.