Loop je langer dan een uur?
Vul dan aan met vocht en voeding. Drink als basis sowieso 1,5 tot 2 liter water of thee per dag, en tijdens een langere loop start je vanaf een half uur tot een uur met kleine slokjes drinken. Drink niet in één keer een halve bidon, want dat gaat klotsen in je maag. Je kunt voor een isotone sportdrank gaan. Dat bevat wat suikers en mineralen, en bevordert zo de opname van het vocht in je lichaam. Is het erg warm, dan begin je sowieso al na een half uur met slokjes drinken.
Laat het liefst twee uur tussen je maaltijd en je hardloopronde. Zo zorg je ervoor dat je maaltijd je niet in de weg zit tijdens het hardlopen. Je maag en darmen hebben namelijk tijd én rust nodig om je maaltijd te verteren. Hardlopen hoort bij de actiestand van je lichaam; er gaat meer bloed naar je spieren ten koste van je spijsvertering. Hierdoor kun je het gevoel geven dat je maaltijd ‘omhoog’ komt. Denk wederom aan die combinatie van langzame koolhydraten, eiwitten en vetten.
Sta je aan de start van een wedstrijd of wil je de stoepstenen uit de straat lopen? Ga dan voor een extra shot koolhydraten ongeveer een half uurtje voor de start. Eet dan het liefst iets kleins zodat je spijsvertering het hardlopen niet in de weg zit. Denk aan een banaan, druiven of een paar dadels of gedroogde vijgen of abrikozen. Allemaal voedingsmiddelen waaruit je lichaam relatief snel energie kan halen, en die ook nog eens vitamines en mineralen bevatten. Die vitamines en mineralen heeft je lichaam namelijk ook nodig om optimaal te presteren.
Loop je langer dan een uur, neem dan tijdens het hardlopen ongeveer 30 gram koolhydraten per uur. Zoals een gelletje of vijf dadels (ongeveer 25 gram koolhydraten) of wederom een banaan. Dat bevat ongeveer 30 gram koolhydraten. Die laatste is alleen minder makkelijk mee te nemen.